Excursie docenten Plantenteelt bij demoleerbedrijf groente: Bloemkoolteler Pé Slagter

Op dinsdag 29 juni gingen 12 docenten Plantenteelt op bezoek bij bloemkoolteler P.N. Slagter, een van de demo-leerbedrijven van Biodivers Perspectief. Pé Slagter runt het goedlopende bedrijf samen met zijn broer en drie neven, met hulp van zijn vader en oom. Hij vertelt zijn verhaal en leidt ons rond.

De reden dat Pé meedoet als demo-leerbedrijf, is dat hij zelf, toen hij op het Clusius zat (tot 2008) vond dat de theorie en de praktijk nogal ver van elkaar af lagen. “Ik hoop dat studenten zo meer in aanraking komen met de praktijk.”

Vergaderen

Docenten groenteteelt in de kantine van P.N. Slagter.

Met 170 hectare bloemkool hebben ze 10-12% van de Nederlandse bloemkoolmarkt in handen, waarvoor ze zelf de afzet regelen. Daarnaast hebben ze voor de gewasrotatie nog 15 hectare gras en 30 hectare luzerne. Ze passen verschillende theorieën toe op hun land om te zien wat werkt:

Geen herbiciden

Pe: “We telen de bloemkolen zo bewust mogelijk. We gebruiken al 40 jaar geen kerende grondbewerking. En sinds 5 jaar zijn we helemaal gestopt met chemische onkruidbestrijding. De toegestane middelen hielpen niet, zodat we toch moesten schoffelen. Dus toen dachten we, als we toch moeten schoffelen, dan kunnen we net zo goed helemaal geen middelen gebruiken. En dat gaat heel goed!” Een deelnemer aan de excursie is benieuwd welke machines ze daarvoor gebruiken. “We gebruiken een traditionele schoffelmachine en een WeedFix van Struik. Die laatste is trouwens mede door mijn vader Bas ontwikkeld.”

Herbiciden komen er dus niet meer in bij Slagter, maar ze gebruiken nog wel chemie om bijvoorbeeld rupsen te bestrijden. “Al beginnen we niet meteen bij het eerst rupsje.”

Tijdens het gesprek ontstaat er een discussie over gras. Bij de rotatie waarin ook een bollenboer meedraait, wordt het gras namelijk doodgespoten. Deelnemers vragen zich af of dat niet gewoon ondergewerkt kan worden, maar dan krijg je te veel hergroei van gras. Een ander vraagt zich af of een andere grassoort, bijvoorbeeld rietzwenkgras zou helpen, al moet je dat niet laten zaaien.

Hun bloemkolen zijn gecertificeerd volgens het Milieukeur en GlobalGap. “We werken overigens al zo milieuvriendelijk dat we voor het Milieukeur niets extra’s hoefden te doen. Behalve betalen aan de certificeerder dan”, lacht Pe. “We proberen hoe dan ook elk jaar iets te verbeteren op milieugebied. We houden het liever in eigen hand, dan dat de overheid of een certificeerder ons vertelt wat we moeten doen.” Aan de certificering van Planet Proof doet hij overigens niet mee. “Daar krijg je punten per onderdeel. Je kunt bijvoorbeeld spuiten zo veel je wilt, maar dat kun je dan compenseren door een paar vogelkastjes op te hangen, en dan krijg je toch een certificaat. Dat slaat nergens op.”

Bovengrondse mest

Het bedrijf doet mee aan een pilot met bovengrondse strorijke mest. Pe: “Normaal ben je verplicht om mest onder te werken, maar in deze pilot hebben we een ontheffing voor 4 jaar om het op het land te laten liggen. Zo kijken we of dat onderwerken nou wel zo goed is voor de bodem en de biodiversiteit. Op een perceel werken we op de ene helft van het perceel de mest onder, en de andere helft niet.” Onderzoekers kijken dan naar het bodemleven en de organische stof, en daar zijn vanuit Biodivers Perspectief ook groepen mbo-studenten bij betrokken. “Wat er uitkomt, weten we nog niet. Maar we zien zelf al dat de weidevogelpullen allemaal trekken naar het deel waar de mest niet ondergewerkt is.”

Natuurlijke plaagbestrijding lastig

Akkerranden hebben ze wel gedaan, maar waren niet zo’n succes, vindt Pe. “We moesten daardoor alleen maar meer spuiten. De juiste mengsels om de roofinsecten te trekken die rupsen of luis aanpakken, hebben we nog niet gevonden helaas, ook collega’s niet.”

Andere natuurmaatregelen

Het bedrijf heeft wel 700 meter natuurvriendelijke oevers aangelegd. En tussen de luzerne zaaien ze een vogelmengsel in. “Om de 9 meter luzerne ligt 3 meter vogelmengsel, dat laten we staan als de luzerne gemaaid wordt. Daar zit immens veel leven in, voedsel voor de vogels. Daar krijgen we subsidie voor, anders doen we het niet, maar we hebben er ook geen last van.”

Niet ploegen

De niet-kerende grondbewerking bevalt ze heel goed. Pé: “Het is gewoon veel beter voor het bodemleven en de gezondheid van de bodem. In een gewoon jaar merk je misschien niet zo veel verschil. Maar als het een moeilijk voorjaar is, dan hoor je dat het bij iedereen een drama is met de planten, en bij ons veel minder.”

Groeien met een nieuwe opslagloods

Het bedrijf loopt uitstekend. Tijdens de rondleiding laat hij ons trots de enorme nieuwe opslagloods zien, die bijna klaar is om in gebruik genomen te worden. Ze willen graag nog verder groeien, maar het valt niet mee om daar grond voor te vinden om te kopen of huren.

Uitleg in schuur krijgen

Op bezoek in de nieuwe opslagloods.

Studenten leren niet alleen bloemkool telen maar akkerbouw algemeen

De aanwezige docenten zijn enthousiast over Pé’s verhaal. Er komen al studenten om proeven te doen en te leren over de bodem, en dit zal zeker vaker gebeuren. Een docent: “Hier kunnen studenten niet alleen leren over bloemkool telen, maar over akkerbouw in het algemeen.” Een andere: “Mooi om zo’n jonge vent dit verhaal te horen vertellen. Dat je een goede boterham kunt verdienen met de akkerbouw, zonder dag en nacht te hoeven werken.”

Groepsfoto

De deelnemers van de excursie.